Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Saul [14]had het oog op David, van dien dag af en voortaan. 14. Hebreeuws, oogde David; dat is, hij loerde op hem, en bespiedde alle gelegenheid om hem te doden; of hij zag hem van dien tijd af met kwade ogen aan, en hij was hem vijand, vs.29.